Wie mij al een tijdje volgt, weet dat Thijs niet of nauwelijks praat. Niet dat hij stil is hoor! Hij maakt kabaal voor de hele straat! Maar door zijn dyspraxie (motorische stoornis) kan hij met zijn mond en tong niet de juiste vormen maken, dat er woorden uit komen. Hij komt niet verder dan papa, mama, kk-klanken (zoals keuken, koken, kijken, koeken) en wat klanken, waarvan wij weten dat hij bijvoorbeeld oma en opa bedoeld. Wij communiceren met Thijs door middel van gebaren en sinds een tijdje ook met een spraakcomputer.
Waarom communiceren met gebaren?
Mensen vragen ons vaak waarom we gebaren gebruiken. ‘Hij is toch niet doof?’. Gebaren worden vaak alleen geassocieerd met doven en slechthorenden. Maar wat men vaak niet weet, is dat je met gebaren juist de spraak ondersteunt, doordat er een connectie wordt gemaakt tussen gebaar, brein en spraak. Toen Thijs met 2 jaar op de therapeutische peutergroep kwam, is hij in aanraking gekomen met ondersteunende gebaren. In die groep zaten meer kindjes, die nog niet konden praten. Kinderen (ook baby’s) kunnen vaak eerder het gebaar dan het woord uitspreken. Wij kregen als ouders de kans om een gratis gebarenworkshop bij te wonen, zodat wij ook de gebaren leerden, die ze in de groep gebruikten. Onze ‘gebarenwoordenschat’ is ondertussen al behoorlijk uitgebreid en die van Thijs al helemaal door veel filmpjes met gebaren te kijken. En we blijven natuurlijk doorleren, want je moet het wel bijhouden.
Waarom een spraakcomputer naast de gebaren?
Sinds een tijdje hebben we een spraakcomputer. Het lijkt op een tablet, maar het is een windows-ondersteunende computer met een speciale app er op. Er zijn verschillende soorten spraakcomputers. Na een aantal getest te hebben (een passing, noemen ze dat), hebben we gekozen voor de Tobii Dynavox I110. Deze past het beste bij Thijs. En ik moet zeggen dat Thijs er heel handig mee is. Er staan picto’s op, waar hij op kan tikken. Bijvoorbeeld de picto ‘school’. Als hij die aantikt, komt er een volgend scherm op een dieper niveau, waar zijn klasgenootjes en juffen staan. Er staat daar ook een picto met ‘activiteiten op school’. Als hij daarop tikt, dan komt hij wéér een niveauscherm dieper met de activiteiten van school, bijvoorbeeld: ‘hoeken spelen’, ‘kring’, ‘sporten’ en ‘zwemmen’. Dat laatste doen ze op donderdag. Dus als je op donderdag vraagt aan Thijs: Wat ga vandaag doen op school?’, dan krijg je het volgende:
Thijs heeft een stem
Doordat Thijs nu gebruik maakt van een spraakcomputer, heeft hij een stem gekregen. En daar is hij zelf vooral ook trots op. Hij kan vertellen wat hij wil eten of met welk speelgoed hij wil spelen. Het enige minpunt is dat je de spraakcomputer moet instellen. Er staan al heel veel voorgeprogrammeerde dingen in, maar daar staan ook heel veel woorden of plaatsen, die wij niet gebruiken in ons dagelijks taalgebruik. Je moet het dus helemaal instellen naar jouw eigen wensen en gewoonten en daar moet je tijd in steken. Het is even een werkje, maar als je er even een uurtje voor gaat zitten, kun je al best het een en ander gedaan hebben. Wij hebben nog wel wat uurtjes nodig hoor, maar het grootste gedeelte staat nu goed.